De wet van Ohm

In de vorige aflevering hebben we de basis van elektrische spanning verkent. We zagen hoe spanning – de kracht tussen bijvoorbeeld de plus- en minpool van een batterij – essentieel is om een stroom door een gesloten schakeling te laten lopen. Vandaag duiken we dieper in de wereld van elektrische circuits en behandelen we de vraag hoeveel stroom (ampère) zal er precies gaan lopen.

Deze vraag hield George Ohm in de 19e eeuw bezig. Door middel van experimenten ontdekte hij dat de stroomsterkte die door een materiaal vloeit bij de meeste componenten recht evenredig is met de toegepaste spanning en omgekeerd evenredig met een eigenschap die hij identificeerde als ‘de weerstand’. In deze aflevering zullen we dieper ingaan op deze relatie en leren we hoe te rekenen met spanning, stroomsterkte en weerstand.

Je leert in deze aflevering over:

• Stroomsterkte: dit duidt op de hoeveelheid elektrische lading die per tijdseenheid door een geleider of component beweegt. We zullen verkennen hoe deze stroomsterkte niet alleen afhangt van de toegepaste spanning maar ook van de weerstand van het materiaal waar de stroom doorheen loopt.
• Ohmse weerstanden: dit zijn specifieke weerstanden die precies werken volgens de wet van Ohm. Dit is de basis van veel berekeningen in de elektronica.
• De wet van Ohm: een fundamentele formule in de elektrotechniek die de relatie tussen spanning, stroomsterkte en weerstand beschrijft. Met de wet van Ohm kunnen we precies te berekenen hoeveel stroom er door een component zal lopen wanneer deze op een bepaalde spanning is aangesloten.

Deze aflevering zal essentiële inzichten bieden in het gedrag van elektrische stromen en de invloed van weerstand op deze stromen. Hierdoor zal je de principes achter elektrische schakelingen en hun functioneren beter begrijpen.